Een ‘drijvende zit’ zit honderd procent tegen de beweging van je paard in. Door de beweging van de ruiter of amazone tegen de schoft kan deze niet naar boven bewegen, met (onder meer) te weinig schoudervrijheid voor je paard.
Laat staan dat jij als ruiter die beweging kunt volgen.
Bewegingsrichting
In de cursus ‘Doorzitten als een prof’ benadrukt Sara Ouwehand dat goed doorzitten begint in stap. “Zo breng je de bewegingsrichting van jouw eigen bekken in kaart. Die werkt exact andersom dan de beweging van je paard; op het moment dat hij naar voren gaat, ga je terug. Het klinkt logisch: mijn paard moet naar voren, dus ik ga ook naar voren. Maar je paard moet naar voren en jij moet daar ruimte voor maken.”
Bewegingsenergie
Een andere manier om inzichtelijk te maken hoe je bekken beweegt, is met een skippy- of trainingsbal. “Je ziet dat als je de drijvende zit hanteert op een bal, dat deze de neiging krijgt om naar achteren te bewegen. Met een paard werkt dat net zo. Hij kruipt achter je been en achter de loodlijn, door de bewegingsenergie in je bekken. Daardoor kan het bijna niet dat je paard op lengte naar voren komt.”
Juist wanneer de ruiter de beweging omdraait, en met het lichaam terug-beweegt, komt het paard naar voren. “Natuurkundig gezien is dat een logische beweging.”
Ga meteen naar de e-learning ‘Doorzitten als een prof, met Sara Ouwehand’.