Je mag M starten. Jij blij, je instructeur blij, iederéén blij. Je bent er bijna, je kan de Z ruiken. Vroeger gingen we dan hoedjes shoppen, nu droom je van een stang en trens.
Maar éérst dat doorzitten. Dus we zijn er nog niet. Want hoe kan het nou dat je paard iedere keer van het been afvalt, zodra je blijft zitten?
Bij doorzitten is er één cruciaal punt
Dat is het moment dat je gáát zitten. Daarin maken veel ruiters een klassieke fout. Want je wilt diep zitten. Je probeert in het zadel te zitten in plaats van erop. Dus je neemt een snoekduik je bekken in.
Alleen nét iets te fanatiek en daardoor kom je achter je zitbeenbotjes terecht. En je paard is de lulligste niet. Die volgt jou. Die wil zijn waar jij bent. Terug dus.
Vanaf dat moment moet je hem vooruit duwen, terwijl je in je zit continue achter de feiten aan loopt. Dat zijn dubbele signalen voor je paard. Hier begint het gevoel dat je leurt in plaats van paardrijdt.
En dan gebeurt er nog iets
Als je achter je zitbeenbotjes zit, dan ervaart je zenuwstelsel een vallende energie naar achteren. Nou weten we allebei, écht vallen doe je niet. Maar dat weet je met je hoofd.
Je lichaam neemt dit signaal serieus en regelt de boel. Als tegenkracht knijpt je bekkenbodem namelijk samen. Ga zelf maar eens naar achteren hangen in je stoel en voel wat er gebeurt.
You see? En dat gebeurt per millimeter, hè. Iedere fractie dat jij achter je zitbeenknobbels zit, geeft dat dezelfde hoeveelheid spanning in je bekkenbodem.
En dat merkt je paard ook
Want als jouw bekkenbodem knijpt, dan knijp je ook de rug van je paard af. Die kan minder bollen.
En jij kan de beweging slecht volgt, omdat je minder zadelcontact hebt. Maar, en daar heb je hem weer, je paard is de lulligste niet.
Die volgt jou. Als jij minder ruimte hebt in je bekken, geeft hij minder ruggebruik. Minder schwung. Minder impuls. En dús valt hij van je been af.
Je bekken goed plaatsen is dus key voor de impuls
Ik hoop oprecht dat dit een eyeopener is voor je. Dat het je helpt om paardrijden wat makkelijker te maken. Want uiteindelijk is het allemaal zó logisch. Je moet het alleen nét even weten.
En voelen. Voorál voelen.