Zei je doorzitten? Kom op, je wilt er van af. Van dat gebonk en gehobbel. Dat geklots. Een stevige BH helpt niet, er moet méér gebeuren.
Rijden zonder beugels? Zwoegen in de sportschool? Domweg meters maken? Je deed het. En je stuitert nog steeds. Dus kom maar op met die verlossende tip.
Bottom line: je maakt een denkfout. Doorzitten is geen op zichzelf staande kunst, maar een logisch gevolg. Het summum van een functionele opbouw van je ruiterhouding. Voorgerecht, hoofdgerecht en dan het toetje. Lukraak gaan doorzitten is beginnen met het toetje. Dan heb je niet genoeg. Dat is de crux.
Dus hoe bouw je goed doorzitten op?
Dat begint in je hoofd. Als je je realiseert dat doorzitten hetzelfde van jouw lichaam vraagt als jij aan je paard vraagt in de verzameling. Je wilt ontspannen aanspanning. Als jouw romp op verbinding is, kan je bekken zich vrij bewegen. Onbelemmerd. Dus niet alleen je paard, maar ook jij hebt een zachte aanspanning nodig. Dan volg je optimaal de bewegingen terwijl je paard maximaal beweegt. Zoveel verschillen jullie niet. Maar de weg ernaar toe wijkt nogal af. Je paard komt er beter vanaf.
De begeleiding voor paarden is vaak beter dan die voor ruiters
Hippisch Nederland heeft een mening. Stap op een koud paard, zet hem acuut in de verzameling en Facebook barst uit zijn voegen. Volstrekte verontwaardiging. “Want hoe-zo geef je dit paard geen opbouw-kans naar de verzameling toe?!” Fair enough.
Ik breek diezelfde lans voor ruiters. Zomaar gaan doorzitten is jezelf in de verzameling persen. Dat geeft een gespannen beeld. Bij paard én ruiter.
Dus begin bij het begin
Check bijvoorbeeld de positie van je stijgbeugel. Is die verkeerd, dan mis je de vering in je enkel – knie – heup lijn. Zo werkt je bekken ook maar op halve kracht. En van je bekken moet je het nou net hebben. Bij dat doorzitten. Dus de beugel niet onder je tenen, maar onder de bal van de voet. In je eerste manegeles hoorde je dit al. Je weet nu waarom.
Werk dan stapsgewijs verder
Want je lichaam heeft nogal wat radartjes die allemaal moeten draaien. De goede kant op. Draait er één radartje niet? Dan staat de hele klok stil. Knijp je met je knieën? Vergeet het maar met doorzitten. Je blokkeert je veer in je beenlijn en bekken. Ook al. Dus werk vanuit een zachte knie. En heb je die eindelijk ontspannen, zeur ik nog even verder. Over je enkel en heup. Ik kan er ook niks aan doen. Want als je enkel strak is, zijn je knie en heup dat ook. Als je goed wilt doorzitten, zul je al die gewrichten los moeten laten. Oefen dat gerust in stap. Dat is mijn paradepaardje, mijn motto, mijn overtuiging. “Goed doorzitten begint in stap”.
Want doorzitten is een eindstation, geen startpunt.
(beeld: Manon Laurijssen)