Dressuurruiter Marten Luiten kijkt tijdens de Masterclass Verbinding & Variatie, die hij samen met springruiter Wesley Mulder verzorgt, geïnteresseerd mee terwijl Wesley zijn vijfjarige springpaard ontspannen los rijdt.
Schakelingen rijden
Wesley vraagt terwijl hij ronddraaft: “Marten wat vind jij ervan, wat zou jij doen als je dit paard aan het rijden was.”
Marten reageert: “Ik vind het er heel fijn en ontspannen uitzien. Ik ken veel springruiters die anders rijden. Misschien als ik op jouw paard zat, zou ik nu wat schakelingen gaan rijden om eens te controleren hoe goed hij aan het been staat en ook om een beetje energie erin te krijgen.”
Wesley antwoordt: “Oh je bedoelt gewoon naar voren en terug. Zeg dat dan, jullie dressuurruiters zijn altijd zo lang van stof.”
Waarna hij serieus vervolgt: “Mijn valkuil is dat ik graag veel controle wil. Dat is niet helemaal springruiter-achtig. Ik vind het altijd belangrijk dat het er in het springparcours ook mooi en functioneel uit ziet. Maar mijn nadeel is soms dat ik dan hele mooie rondjes rijd, maar niet verder kom dan de zevende plaats, omdat het niet snel genoeg is. Maar weet je, er zijn ook springruiters, daarbij lijkt het ook niet zo hard te gaan, maar die rijden zo vloeiend en slim, dat ze wel de snelste tijd hebben. En daar wil ik ook naar toe.”
Verlichte zit
In galop rijdt Wesley in de verlichte zit. Marten vraagt aan Wesley hoe hij een paard terug rijdt in de verlichte zit. Kan dat eigenlijk wel?
Wesley: “Wat ik probeer is om in de verlichte zit toch invloed uit te blijven oefenen, dat ik contact kan houden en dat ik echt ga staan in de beugels. Het is belangrijk dat je niet knijpt met je knieën. Dan stoor je de beweging. En voor veel paarden, vooral jonge paarden betekent de verlichte zit een verlichting in de rug. Je geeft je paard de ruimte om achter door te springen en zo kan je paard sterker worden.”
Vervolgens vertelt Wesley over het terugrijden. “Je kan ook schakelen in de verlichte zit. Als ik naar voren wil, dan breng ik mijn bovenlichaam een klein beetje naar voren en dan gaat hij naar voren. En als ik mijn bovenlichaam een klein beetje terugbent, dan komt hij terug. Zo kan je je verlichte zit gewoon behouden als je tempowisselingen te maken.”