In de E-learning ‘Schakelen met Alex van Silfhout‘ vertelt de bondscoach van de Nederlandse dressuurruiters over problemen waar je tegenaan kunt lopen bij het schakelen. Een daarvan is het paard dat aandribbelt bij het verruimen van de stap, of dat hij in galop gaat als je de draf wilt verruimen.
Ik herinner me nog precies wat mijn vorige paard deed toen ik haar aan het begin van haar opleiding eens wat ruimer wilde laten draven: ze liet zien wat ze kon.
Drijvende hulp
Mijn paard wist dat een drijvende hulp in draf betekende dat ze moest aangalopperen. Dat had ze geleerd en als zij iets geleerd had, was ze trots dat ze dat kon. Ze demonstreerde maar al te graag wát ze allemaal kon. ‘Dat weet ik, dat kan ik al!’, schreeuwde ze dan als het ware. ‘Doe jij maar niks, blijf gewoon zitten, ik weet wat ik moet doen’.
Heerlijk, zo’n overijverig paard, maar ook soms wel lastig. Als je paard alles voor je wil invullen, is het best een opgave om haar iets nieuws te leren.
Subtiel verschil
Ik wist dat ik een subtiel verschil moest inbouwen tussen de hulp voor draf verruimen, en in galop aanspringen. Ik besloot om de hulp voor galop te gaan verduidelijken, zodat mijn paard een duidelijker verschil kon voelen. Dat deed ik door bij het aangalopperen mijn buitenbeen wat verder achter de singel te leggen, terwijl dat bij een verruiming in draf op zijn plaats bleef.
Zo leerde mijn werkwillige druktemaker het verschil tussen de twee drijvende hulpen.
Zelf aangeleerd
Dat werkte een hele tijd geweldig, totdat ik haar travers ging aanleren. Ik legde mijn buitenbeen achter de singel om de achterhand naar binnen te helpen, en mijn paard dacht ‘galop’. Dat had ik haar zelf geleerd, en zoals ik al vertelde: zij vond het geweldig om te doen wat ze geleerd had.
Ik besloot wederom terug te gaan naar die galophulp, en mijn paard te leren om aan te galopperen op een subtielere hulp. Mijn gewicht een fractie op mijn binnenzitbeenknobbel en wat meer druk met mijn binnen, dan mijn buitenbeen. Mijn buitenbeen legde ik voortaan nauwelijks nog naar achter.
In het begin hielp ik haar door – zonder dat de jury het hoorde – heel zachtjes ‘galop’ te zeggen bij het aanspringen. Toen ze geleerd had dat het naar achter leggen van mijn buitenbeen niet automatisch ‘galop’ betekende, kon ik verder gaan werken aan de travers. Zo ingewikkeld kan het soms zijn: paardrijden.