In deze instructieve twaalfdelige serie over dressuurrijden geeft dressuurtrainer Bastiaan de Recht praktische tips om jou verder te helpen. Bij Bastiaan staan biomechanica en fysiek en mentaal welzijn van het paard voorop. We beginnen bij het begin en daarom is het eerste onderwerp: opstijgen.
Fysieke problemen
‘In de praktijk zie je dat de meeste ruiters wel op hun paard komen, maar de manier waarop kan zorgen voor een fijn te berijden paard of juist niet. Te veel gewicht aan één kant of je neer laten ploffen in het zadel, komt de rug van het paard niet ten goede. Hierdoor kan het paard fysieke problemen krijgen die zich ook kunnen uiten tijdens het rijden. Daarbij kan verkeerd opstappen zorgen voor spanning bij het paard, waaruit gedragsproblemen ontstaan. Correct opstappen is dus belangrijk. Misschien overbodig om te noemen, maar singel nog wel een keertje aan voordat je opstapt!’
Opstapkruk
Een opstapkruk of- blok is bij het opstappen essentieel. Zorg ervoor dat je een veilige variant hebt, zonder spijlen waar het paard met zijn been in kan komen. Een opstapkruk heeft verschillende voordelen:
- Het zorgt voor minder druk aan één kant bij de schoft en de wervelkolom.
- Het is lichamelijk beter voor de ruiter, de lies en de rug van de ruiter worden minder belast.
- Het is beter voor het behoud van je zadel, deze blijft meer symmetrisch.
Draait het paard telkens weg van het krukje? Zet het paard dan in een hoek van de rijbaan en zet het krukje vervolgens op de tweede hoefslag in de hoek. Op deze manier kan het paard minder snel van je af draaien.’
Verbinding
Als je vanaf de linkerkant opstapt, pak je met je linkerhand de teugels en houdt de manenkam voor het zadel vast. Houd de teugels zo kort dat je paard in een horizontaal evenwicht staat en je verbinding houd met de mond en controle kunt houden. Zijn de teugels te los dan zal het paard eerder naar voren weg stappen. Het risico hierbij is dat, als je wilt gaan zitten, je achter het zadel kunt belanden, met alle ‘special effects’ van dien.
Houd de teugels niet te strak, dan zal het paard achterwaarts stappen. Plaats je rechterhand aan de rechterkant van het zadel bovenaan de voorkant van de wrong. Als je met je rechterhand de achterboom vasthoudt, hebt je eerder kans dat je het zadel scheef trekt. Sta met je neus en navel richting de zijkant van het paard. Doe je linkervoet in de beugel, parallel aan het paard en met je tenen naar voren.’
In balans
Nu kun je gaan opstappen. Blijf hierbij dichtbij je paard, zodat je er als het ware over heen schuift en er niet te veel ruimte tussen jou en het zadel zit. Breng je bovenlichaam midden boven het paard, waarmee je bijna in het verlengde boven de hals licht. Mocht het paard nu weglopen, dan ben je veel beter in balans. Hierdoor kun je gemakkelijker opstappen, maar zal het paard ook minder snel van je schrikken doordat je hem niet uit balans haalt.
Nu is het alleen nog een kwestie van je rechterbeen rustig over het paard heen zwaaien. Pas hierbij op dat je niet met je voet of been de achterhand van het paard raakt. Als het goed is, zijn je billen al dicht bij het zadel en kun je nu rustig rechtop gaat zitten. Als je te ver van het zadel bent, heb je kans dat je met een plof in het zadel komt. Een rustig paard zal wel blijven staan, maar echt prettig is het natuurlijk niet voor je paard. Voor de gelijkheid in coördinatie en ontwikkeling bij het paard en de ruiter, kun je het links en rechts op- en afstappen afwisselen.’
Rechterbeugel
Lukt het niet om je rechterbeugel aan te nemen. Blijf dan niet te veel proberen. Paarden voelen dit en zullen denken dat ze een beenhulp krijgen en hier onrustig van worden. Pak dan liever met je rechterhand de beugelriem, draai deze een kwartslag en steek je voet in de beugel. Om te voorkomen dat het paard over het krukje loopt, laat het voor je linkerbeen wijkend naar voren weg stappen.
Verend
Houd ook bij het afstappen verbinding met de mond door wederom de teugels op de juiste lengte in je linkerhand, waarmee je de manenkam vast houdt, te houden. Doe beide voeten uit de beugels, breng je bovenlichaam naar voren. Zwaai je rechterbeen rustig over de rug van het paard. Vang je afsprong verend op door in je knieën te buigen. Spring je er te lomp af, kan je paard opzij springen.’
Tip
Voor de gelijkheid in coördinatie en ontwikkeling bij het paard en de ruiter, kun je het links en rechts op- en afstappen afwisselen.’
Ben je benieuwd naar het volgende onderwerp dat gaat over teugelvoering? Houd dan de Hoefslag facebookpagina en de website goed in de gaten!
Tekst: Carlijn de Boer
Foto’s: Remco Veurink / Shutterstock