Top 15 spraakmakende uitspraken van Patrik Kittel

Dressuurliefhebbers werden getrakteerd op een topavond tijdens het sfeervolle en drukbezochte The top of dressage gisteravond bij de Voornruiters in Utrecht. De goedlachse internationale dressuurruiter Patrik Kittel gaf diverse clinics aan enkele Nederlandse topruiters. Te weten Marieke van der Putten, Vai Bruntink, Dinja van Liere, Lotje Schoots, Emmelie Scholtens en Diederik van Silfhout. De paarden werden met het werken met trainer Kittel zichtbaar meer ontspannen en toonden een beter lichaamsgebruik.

Voor iedereen

Ondanks dat we hier te maken hebben met zeer professionele ruiters wist Patrik de vertaalslag te maken naar elk niveau. Hij kwam met tips voor ruiters van B tot en met Grand Prix niveau en bracht zijn aanwijzingen kritisch, maar wel ontzettend positief.

Juryleden opgefrist

Daarnaast werden juryleden opgefrist met een clinic van Mariëtte Sanders en Adriaan Hamoen. Zij gaven cijfers voor enkele Lichte Tour oefeningen, getoond door Katie Werring en Zware Tour onderdelen voorgereden door Kelly Zuidervaart. De cijfers werden voorzien van uitgebreid commentaar.

Patrik en Cupido

Uiteraard nam Patrik ook nog zelf plaats in het zadel.  Met de door Robin van Lierop uitgeleende RS2 Cupido (v. Rhodium) liet de kundige dressuurruiter zien hoe hij zeer ontspannen en toch consequent traint.

Veel vragen

De avond werd sfeervol aangekleed met optredens van zangeres, amazone en jurylid Rosanna Hofman. Speakers Eric Hart en Laurens van Lieren gaven informatie over de deelnemers, maar zorgden er ook voor dat de vele vragen aan de zeer toegankelijke Kittel beantwoord werden. De toporganisatie lag in handen van Lotje Schoots en haar partner Patrick Berends.

Onderstaand de vijftien meest aansprekende uitspraken die Patrik Kittel deed.

  1. “Iedereen die wil, kan Grand Prix rijden. Dat weet ik, omdat als ik het kan, kan iedereen het. Ik had geen geld en geen talent, maar wel de wil om beter te worden. Iemand die mij al lang kent, zei laatst tegen mij ‘a kids dream is a man’s reality’.”
  2. “Bedenk van te voren goed of je hulpmiddelen als zweep en sporen nodig hebt. Zo niet, gebruik het dan niet. Zo kwam het dat Patrik heel wat zwepen tijdens de avond verzamelde.”
  3. “Een paard moet zich thuis voelen in de rij- en wedstrijdbaan, daarom laat ik het eerst ontspannen. Het maakt mij dan helemaal niets uit hoe het paard loopt en hoe de ruiter zit, als het paard maar ontspant.”
  4. “Geef halslengte en maak gebruik van lengtebuiging om het paard te laten ontspannen en zijn balans te vinden.”‘
  5. “Stel het paard altijd naar binnen, want midden in de baan is het het meest veilig volgens een paard. Daar is het ‘groene gras’ zeg maar.”
  6. “Je wilt controle zonder te veel druk. Heb je namelijk te veel druk en nog te weinig balans, dan krijg je spanning.”
  7. “Vaak stap ik even om het paard weer te laten ontspannen. Ik stap dan meteen de diagonaal op en laat de hals strekken. In de proeven zit de uitgestrekte stap namelijk ook meestal op een diagonaal.”
  8. “Rijd ook eens in verlichte zit om het paard, met name in de rug, te laten ontspannen.”
  9. “Met een vier- en vijfjarig paard rijd ik in galop al vierkante voltes om in de hoeken grote kwart arbeidspirouettes te kunnen rijden.”
  10. “Voordat ik travers rijd, zet ik altijd eerst een schouderbinnenwaarts in. Zo is het paard al goed gesteld en gebogen om je binnenbeen.  Doe dit in draf en galop om je paard soepeler te maken.”
  11. “Bij een traag paard, houd ik mijn been eraf en bij een sensibel paard juist mijn been er meer aan.”
  12. “Als je de wissels op de lange zijdes rijdt, houd het paard dan in balans door het van te voren in de contragalop, contra te stellen, dus naar binnen. Zo voorkom je dat het paard naar binnen valt in de wissel. Zorg ook dat het paard niet sneller of langzamer gaat galopperen voor, tijdens en na de wissel. Én rijd rechte lijnen!”
  13. “Jonge paarden leer ik meestal vanuit contragalop op een volte een vliegende wissel aan.”
  14. “Negeer wat fout gaat en beloon wat het paard goed doet. Praat tegen je paard. Gaat het fout, neem het paard kalm terug en begin weer op het moment vlak voordat het fout ging en probeer het rustig opnieuw.”
  15. “Ooit kreeg ik de tip voor een paard dat niet wilde piafferen om met tien paarden naar het bos te gaan, er daarvan negen naar huis te laten galopperen en de tiende, die niet wilde piafferen, achter te laten blijven. Dan piaffeert dat paard wel”, grapt Patrik, een serieuze, maar toch ook humoristische topruiter tenslotte. (CdB)

Foto: Digishots

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

© 2024 Media Primair - Powered by Hoefslag    

 Contact | Disclaimer