Tijdens het rijden of aanleren van de wissels kun je tegen verschillende problemen aanlopen. Een van de fouten die je vaak tegenkomt is dat het paard voor of achter ‘naspringt’.
“Achter naspringen is de meest voorkomende fout”, aldus Sjak Laarakkers. “Zeventig procent van de paarden springt achter na, de rest springt voor na. Een paard dat achter naspringt proberen we op te lossen vanuit de pirouette. Het paard moet leren gesloten te blijven op het binnen-achterbeen. Of we oefenen het in de contragalop.”
Achter doorspringen
Volgens Sjak is het vervolgens zaak een paard eerst te leren achter te wisselen. “En dan voor mee te laten nemen,” vult hij aan. “Je moet proberen het achterbeen zo snel te krijgen dat je paard het zelf een beetje gaat zoeken. Maak je paard scherp, probeer hem voor in de goede galop te hebben en zorg dat hij het achter een paar keer gaat doen. Zo leer je je paard achter meer door te laten springen.”
Nieuwe buiging
Bij een paard dat voor niet wil wisselen, rijdt Sjak de wissel vaak net voor een wending. “Je probeert je paard dan in de hoek te laten wisselen, zodat hij op het binnen-voorbeen wil springen. Dat heb je op die manier redelijk snel opgebouwd omdat je gemakkelijker de nieuwe buiging aan kunt nemen en op het binnen-voorbeen landt.”
In de cursus Wisselen met Sjak gaat Sjak Laarakkers dieper in op het rijden van wissels. Hij geeft les aan een Hoefslag-abonnee en hij begeleidt Vai Bruntink bij het rijden van de wissels.
Hoefslag-abonnees bekijken deze cursus gratis! Vraag je inlog aan via hoefslag@mediaprimair.nl