Ik zal het je eerlijk zeggen: ik was er niet van. Longeren zag ik als een noodzakelijk kwaad. Een saai klusje dat nu eenmaal moest gebeuren bij het zadelmak maken, als een paard aan het revalideren was of wanneer je als ruiter in de lappenmand zat.
Toen mijn inmiddels vierjarige dochter van Negro eindelijk zadelmak was, was ik er wel klaar mee, met dat longeren.
Ik liet het longeren voor wat het was
Nadat ik er een paar keer opgezeten had en toen ze zich braaf liet rondsturen onder het zadel, liet ik haar de eerste weken nog wel wat rondjes lopen voordat ik erop ging. Maar zodra dat voor mijn gevoel niet meer nodig was stopte ik ook daarmee en liet ik het longeren voor wat het was.
Toen ik deze zomer met vakantie was geweest, had mijn paard een paar weken in de wei gelopen. Toen ik weer ging rijden besloot ik haar toch maar even, zoals ik dat respectloos noemde, ‘rond te slingeren’. Na een kwartiertje longeren kon ik erop, en ze gedroeg zich alsof ik gisteren nog gereden had.
Korte tijd later kon ik een weekje niet rijden. Toen ik weer naar stal ging en met het zadel op mijn arm op de poetsplaats, héb ik nog even getwijfeld. Toch eerst maar even longeren? Maar omdat het na mijn vakantie zo goed ging, en omdat ik nu eenmaal een niet-longeer-reputatie hoog te houden had, besloot ik zonder longeren te gaan rijden.
Mijn wijze les omtrent het nut van longeren
Zelf heb ik het beeld niet meer heel helder. Mijn wijze les omtrent het nut van longeren verliep namelijk nogal snel. Degene die langs de bakrand stond te kijken, vertelde me dat zodra mijn achterwerk het zadel raakte, mijn merrie zich op haar achterbenen verhief. Ze maakte een grote sprong naar voren, landde op haar voorbenen, stak haar hoofd daartussen en gaf een grote bok.
Ik, die mijn beugels nog niet eens aan had, vloog met een sierlijke boog over haar hoofd heen, maakte een complete salto en landde meters verder in het zand. Ik landde op mijn heup, met het hoofstel van mijn merrie in mijn linker- en een indrukwekkende bos manen in mijn rechterhand. Het hoofdstel was uit, mijn linker ringvinger gebroken en mijn ego deed minstens zo zeer die vinger.
“Haar rug zit helemaal vast”, zei de dierenarts die mijn merrie onderzocht. “Misschien heeft ze zich geblesseerd tijdens die week dat ze stilstond.
Heb je dat niet gemerkt tijdens het longeren?”